
Met de deuren van het pakhuis geopend speelt Wilfred Veldstra met zijn vriendengroep in een bandje. Maar hij kan zijn energie ook kwijt in het cabaretgroepje dat hij leidt. Wilfred weet al op jonge leeftijd dat kunst leuk is en hij heeft een droom: podiumkunst, met een fijn orkest…
“Mijn droom was om dirigent te worden van een eigen orkest, maar daarbij wilde ik ook pianist worden.” Zo begint Wilfred. Het is dan ook niet vreemd dat hij op het conservatorium belandt. Wilfred moet komen spelen op de vleugel bij de directeur van het conservatorium en op een dag krijgt Wilfred het deksel op zijn neus. De directeur zegt tegen hem: “Je zult moeten kiezen tussen het worden van dirigent of pianist. Allebei zie ik gewoon niet gebeuren.” Eigenwijs als Wilfred is, draait hij zich om en loopt linea recta de kamer uit, in de richting van het uitzendbureau. Daar wordt hij aangenomen bij een doe-het-zelfzaak.
Droom klopte niet bij zijn gaven en talenten
“De directeur van het conservatorium had gelijk”, zegt Wilfred. “Ik had het niet gekund. De droom die ik had, klopte niet bij mijn gaven en talenten.” Toch blijft de muziek als een rode draad door het leven van Wilfred heen lopen, maar dan alleen in de hobbymatige sfeer. Als Wilfred zijn studie rechten oppakt en in 1983 zijn advocatenpraktijk opstart, blijkt dat de muziek wel degelijk raakvlakken heeft met de advocatuur.
Het resultaat zit in dezelfde dingen
“Je hoeft niet ontzettend goed te zijn, een heuse professional, om goede muziek te kunnen maken. Dat is helemaal niet nodig. Ik hoef ook niet een internationaal erkend en gelauwerd jurist te zijn om heel professionele advocatuur te kunnen bedrijven. Het gaat juist om het samenspel, het delen van kennis. Wat vindt de ander belangrijk en hoe kom ik tegemoet aan wat jij van mij wilt? De essentie van het sublimeren zit hem dan ook in het dienstbaar zijn, gekoppeld aan vaardigheid.”
Uitgetild worden boven je eigen kunnen
“Wanneer je samen muziek speelt, zul je ontzettend goed naar elkaar moeten kijken en luisteren. Op die momenten kun je als het ware boven je eigen technische kunnen worden uitgetild. Het doet iets met je, waardoor je dan net even beter speelt.” Doordat hij in het samenspel iets aan het opbouwen is, ervaart Wilfred momenten van intens geluk. “Dit zijn allemaal dingen die ik in mijn vak ook tegenkom: ik zou niet half zo goed zijn in de advocatuur wanneer ik alleen zou werken. Ik heb dat samenspel nodig! Daarbij gaat het om:
- luisteren
- tijd optimaal gebruiken
- aandacht hebben (focus)
- deskundigheid leveren
- informatie delen en vergaren
- goed communiceren
Deze ‘basisprincipes’ blijven altijd gelijk. Dus ook wanneer je bijvoorbeeld kookt of een wijnarrangement samenstelt. Christus deed ons dat trouwens voor, lees de Bijbel maar eens. Hij gebruikte niet voor niets de maaltijd gezamenlijk en droeg ons op Hem zo te blijven herinneren.”
De gevoelige snaar
Muziek zit op de emotie. Wanneer Wilfred een mooie vioolsolo hoort, kan hem dat ontroeren. Het raakt een ‘gevoelige snaar’. Nu is de trilling van een snaarinstrument ook anders dan een koperinstrument; dat heeft meestal iets ‘schallends’ in zich. Een trilling daarentegen voelt heel anders. “Het klinkt gek, maar soms moet je gewoon eens tegen zo’n instrument aan zitten.” Wanneer zijn vrouw Ine voor hem een jaar of zeven geleden een contrabas huurt, blijken de bas en Wilfred elkaar leuk te vinden. De akoestische trilling doet wat met hem en de contrabas blijft. “Muziek is per definitie een gevoelszaak. De vraag is waarop die is gericht. God heeft een aantal zaken volledig op aarde gelaten: liefde, natuur, lekker eten en drinken en natuurlijk de muziek. Die is, dat kan niet missen, afkomstig uit het paradijs.”
Een oase
Wilfred loopt naar de achterkant van zijn kantoor en opent het gordijn. Daar ligt een oude tuin die hoort bij het huis. “Kijk”, zegt hij, “een oase in de stad. In de zomer zitten hier soms konijntjes. En als je de moeite neemt om te luisteren, dan hoor je de vogels fluiten: muziek, afkomstig uit het paradijs! Mooi hè?”